Apocalyptische Tijden
Een aantal weken terug was ik op een feestje van een vriend somewhere in Amsterdam. Op dat feestje was een meisje aanwezig die mijn aandacht trok met haar grappige energie. Niet heel veel later raakte ik met haar aan de praat, en met diezelfde grappige energie begon ze me bevlogen te bevragen over wat ik precies deed in het leven. Met een master achtergrond in duurzaamheid, en ook een recentelijk verleden als stagair duurzaamheid bij een grote corporate, vonden wij al snel onze gemene deler: ik een nog bevlogen “ believer” in de wereld en duurzaamheid ; zij een ex-duurzaamheidsfanaat die bij wijze van haar eigen Amsterdamse fruitschillen nog composteerde.
Maar ja, dus met de nadruk op ex, want zij had inmiddels de handdoek in de ring gegooid. Ze had na een in-perspectief-brengend gesprek met een professor het licht gezien, haar duurzaamheidsinitiatieven de deur gewezen, en is vandaag de dag data analist bij een bureau dat tech bedrijven helpt exponentieel te laten groeien. De handdoek is dus echt in de ring…
In een tijd waarin ik op zoek ben naar mezelf en mijn plek in de wereld, sluimerde er diezelfde avond een verborgen verlangen in mij om mijn nieuw gemaakt ex-duurzaamheidsvriendin te achtervolgen: zou ik ook niet gewoon de handdoek in de ring kunnen gooien en mijn duurzaamheidsambities de deur wijzen? “De wereld ga ik toch niet veranderen en al helemaal niet redden” – haar theorie en woorden blijven rondspoken in mijn hoofd. De theorie? Zo’n 4.5 miljard jaar geleden ontstond de aarde. De Melkweg heeft nog zo’n 4 miljard jaar te bestaan. Laten we zeggen dat ik 100 jaar worden mag: dan maak ik 0.0000012% van de tijd op aarde mee. Vanuit dit perspectief kan ik inderdaad beter alles uit mijn handen laten vallen, achteroverleunen, en me geen seconde langer zorgen maken over de 1.5 graden opwarming in ons klimaat die we in de afgelopen 100 jaar hebben veroorzaakt doormiddel van onze ontwikkeling als mens en maatschappij. Over een aantal duizenden jaren heeft het klimaat zich wel weer gestabiliseerd, en zal de aarde ook geen rondje meer of minder om de zon draaien door hetgeen wij als mensheid hier op deze aardbol uitspoken.
Maar al snel lijk ik mezelf te herstellen van mijn vertwijfeling om mijn duurzaamheids-carrièrepad te verlaten- alhoewel aantrekkelijk, lijkt de bovengenoemde redeneringsweg mij toch niet de juiste. Het kan toch niet dat zo zijn dat we collectief de handdoek in de ring gooien? Dat we blijven doorleven op de vervuilende en destructieve manier als we doen, en geen fuck meer zouden geven. Waar zou de wereld dan heen gaan? “Naar de klote!”. Toch?...
Desalniettemin blijft in de weken die volgen het vraagstuk aan me knagen. Ik merk dat ik mezelf niet meer helemaal overtuigd krijg van mijn eigen duurzaamheidsambities, en aangezien ik leef volgens het credo dat ik alles uit mijn leven wil halen, bevraag ik mijzelf vaak of een carrière in de duurzaamheidshoek daadwerkelijk het antwoord is op mijn hartsverlangen. Enerzijds lijkt een carrière in de duurzaamheid mij bevredigend, niet voor niets noemt men werken op de duurzaamheidsafdeling in de wandelgangen ook wel “purpose-driven”. Anderzijds, vind ik de lading die om klimaatverandering en duurzaamheid heen hangt vaak nogal apocalyptisch, een concept dat vaak gepaard gaat met gevoelens van bezorgdheid, confrontatie, en angst. Misschien dus wel het allerbelangrijkste, maar geheid niet het aller gezelligste onderwerp om mezelf in vast te bijten.
En dus, als ik alles uit het leven wil halen en van het leven een feestje wil maken, dan past daar niet, of moeilijk, bij om mezelf volledig te geven aan een onderwerp dat zo zwaarbeladen is als het duurzaamheidsdebat. Ik kan immers vaak benijdend kijken naar mensen die van hot naar her vliegen en zich geen snars lijken te bekommeren om “de staat des werelds”. Lekker makkelijk lijkt me dat om niet met een constante sluimerende zorg voor de toekomst te leven en teleurstelling in het gebrekige probleem-oplossend menselijke handelen te hebben. Tegelijkertijd, is het duurzaamheidsdebat een debat dat mij heeft doen laten verbinden met mensen, mij nieuwe plekken op de wereld heeft laten zien, en nieuwe dingen heeft doen laten zien, ontdekken en voelen. Het kleurt mijn wereldbeeld en daarmee kleurt het mijn identiteit; ik zie mezelf als een invoelend en verantwoordelijk burger met oog voor de medemens en al het leven op onze planeet, als iemand die “wakker” is voor de shitshow die op ons afkomt en zich actief inzet om ons niet te laten tarten door ons zelfopgelegde lot.
Maar wat nou als de professor die mijn keukentafel vriendin inspireerde toch een beetje gelijk had, en dat die shitshow een iets minder grote shitshow blijkt te zijn dan dat wij denken? Niet geheel, maar enigszins in lijn met mijn vriendin’s lijn van denken, beargumenteerde literair criticus Frank Kermode in 1967 al dat elke levende generatie overtuigd is van het feit dat de Apocalyps nabij is en dat hun generatie de laatst levende zal zijn. Volgens Kermode, die vele verhalen geschreven door en voor mensen bestudeerde, lijkt het erop dat verhalen over verval en de anticipatie van ‘het Einde’ karakteristiek zijn voor ons menselijk soort, en een manier is om grip te krijgen op, en mening te geven aan, onze korte levens in de eindeloosheid der tijd die zich vóór en na ons bestaan bevindt.
Het is in deze woorden van Frank Kermode dat ik eindelijk mijn waarheid lijk te vinden. Zijn beredenering resoneert sterk met mijn zoektocht naar het leiden van een uniek en impactvol leven, iets wat ik gevonden leek te hebben in de duurzaamheidsbeweging. Maar met mijn zelf-toegeëigende identiteit van verantwoord burger en “sustainability queen”, val ook ik in het patroon van “redder in tijden van Apocalyps” en geef ik gewicht aan mijn leven door mezelf te definiëren als een persoon die aan de goede kant van de geschiedenis staat, door middel van het inzetten van mezelf als actieveling om het tij te keren op dit unieke, en kritische punt in de geschiedenis waarop we onszelf bevinden als mensheid.
En inderdaad, dit punt in de geschiedenis is zowel uniek als kritisch: we zijn nog nooit eerder met zo veel geweest op de planeet, we kunnen dingen die we nog nooit eerder konden, staan met de hele wereld in contact, en hebben binnen 100 jaar de natuurlijke systemen overhoop weten te gooien door middel van onze menselijke innovatiekracht. Maar uniek en kritisch staat niet synoniem aan apocalyptisch. Misschien zijn de omstandigheden uniek, maar mijn angsten, redder-in-nood syndroom, en einde-der-tijden toekomstschetsen zijn allesbehalve uniek: die kenden ze immers al ten tijde van Griekse mythologieën.
Dus wat betekent dit nieuwe inzicht voor mij? Juist vanuit mijn motto om alles uit het leven te halen geloof ik nog steeds in het belang van grootschalige systeemverandering, en daarmee ook in een minder vervuilende (en misschien minder gecompliceerde) levensstijl. Extreme weersomstandigheden, warmer wordende zeeën en mensen die ziek worden van onnatuurlijke chemicaliën zijn slechts symptomen van een gedateerd en ziek systeem, en daarmee is het tijd voor het herschrijven van onze maatschappelijke overtuigingen en verhalen. Maar dat het einde der tijden voor de mensheid nabij is door events als klimaatverandering. Dat weet ik dus niet zo zeker. Met die verandering in geloof verandert dus ook de manier waarop ik naar het nu, de toekomst, mijn rol in de wereld, en naar mezelf zal kijken. De tijd zal in ieder geval passeren, en ook ik zal op den duur in vergetelheid raken. Hoe ik de tijd in die tussentijd ga opvullen? To be continued.
04/04/2025
Voelen.
In de momenten van stilte rijkt het gevoel het diepste. Een gevoel van voornamelijk leegte. Een gevoel dat zo diep rijkt en zo plots komt in die stilte, dat het moeilijk te doorgronden valt. Wil ik het uberhaupt wel doorgronden? En zou ik het moeten doorgronden? Ik vraag me af of dit gevoel van leegte bij het leven hoort. “Dit is dus waar mensen het over hebben”, denk ik dan; dit zijn de gevoelens en redenen waarom mensen het leven eerder zien als een grote, lastige tocht – met zo hier en daar wat escapismes en hoogtepunten – in plaats van een feest. En inderdaad, zulke gevoelens van leegte herinneren mij inderdaad dat het leven soms niet altijd even makkelijk is: een gevoel waarmee ik pas sinds recentelijk mee geconfronteerd word, gepaard met mijn “volwassen” worden. En het zijn die momenten van stilte, de momenten waarin ik overvallen wordt door een gevoel van eenzaamheid – is het eenzaamheid? – dat ik voel dat ik wil wegrennen. Ik wil wegrennen van de leegte, maar tegelijkertijd roept de leegte me naar haar toe. De diepte in. In die diepte zwem ik, ietwat melancholisch, stiekem genietende van het pijnlijke gevoel. Een gevoel dat me herinnert aan alles waarnaar ik verlang, maar waarvan het er (nog) niet is in mijn leven. Een gevoel dat mij oog in oog zet met mijn realiteit, al is mijn realiteit een droom voor anderen. De leegte herinnert mij eraan dat de dromen in mijn hoofd slechts dromen blijven als ik ze niet verwezenlijk, en dat zolang ik ook slechts blijf dromen over die dromen, ik mezelf steeds miserabeler ga voelen over mezelf en mijn ongenoegen voor zowel mijn huidige realiteit als mijn eigen lafheid. De lafheid is het, de laffaard die blijkbaar in mij schuilt als persoon en zich aantrekt van wat insignificante mensen van mij vinden. Die laffaard in mij die wil conformeren is precies de laffaard die me laat walgen van mezelf en me meeduwt in de richting van het gros van de mens.
En in dat ene moment, kijk ik de laffaard recht in haar ogen aan. Ze weet dat ik haar herken en in dat moment voel ik me sterk: “zie je wel, ik ben je te slim af, ik heb je door.”
Dan stap ik de deur uit: de vogeltjes fluiten, de mensen brengen bruis aan het leven. De leegte is vergeten en ik ga door met mijn leven, wachtend tot volgende stilte over me valt waarin ik wederom geconfronteerd zal worden met het donkere, diepe ravijn in mijn boezem. Ik vraag me al bezorgd af wanneer ik eindelijk eens sterk genoeg zal zijn om me te laten vallen in de donkerte van mijn ravijn, en zich zal onthullen dat hetgeen waarvan ik dacht dat het een ravijn was, niet eens een ravijn blijkt te zijn.
29.05.2024
How to Become: Duurzaamheidsqueen
Vandaag is het tijd voor een tutorial over hoe we allemaal duurzaamheidsqueens kunnen worden. Want of je het nou leuk vindt of niet, stiekem weten we allemaal dat er iets moet én zal veranderen in de manier waarop we leven. Onze aarde is namelijk al 1.5 graad opgewarmd, wat betekent dat de planeet nu officieel lichte koorts heeft. De symptomen die hierbij komen kijken zijn te vergelijken met wat wij ervaren als de temperatuur in ons lichaam tot 38.5 graden stijgt: warmte aanvallen (periodes van extreme hitte), koude rillingen (ijskoude winters), en plotse verhoogde hartslag (orkanen, extreme regenval). Alsof dat nog niet vervelend genoeg is, heeft ze ondertussen ook nog te kampen met maag- en darmproblemen door alle troep en chemicaliën die er in haar worden gegooid, én COPD aangezien al 46% van haar zuurstoflijn is gekapt. Net als ons afweersysteem zal de planeet al hetgeen dat haar immuunsysteem aanvalt vernietigen totdat de koorts weer is gezakt – no mercy, zelfs niet voor ons soort. En dus, geen tijd te verliezen: let’s get sustainable!
Ikzelf probeer nu ondertussen al 6 jaar mijn steentje bij te dragen in verschillende vormen, in de hoop dat de koorts in ieder geval niet zal toenemen. Ik vlieg minder en reis vaak met de Flixbus van Zweden naar Nederland, ik koop 80% van mijn kleren tweedehands, ik ben vegetariër, ik wijd mijn studie aan leren over duurzaamheid, ik upcycle al mijn glazen potten en doop ze om tot lunchboxen en drinkbekers, ik ruim peuken en afval op van de straat, droog mijn kleren aan de waslijn in plaats van in de droger, en demonstreer mee op De Dam. Tegelijkertijd rij ook ik in mijn eentje rond in een busje van Zweden naar Nederland waar per 500 kilometer 100 liter diesel in gaat, heb ik 15 paar schoenen, douche ik 2x per dag, laat ik al mijn lieftallige familie en vriendinnen zonder pardon naar Zweden overvliegen, en eet ik eigenlijk ook gewoon vis en vlees. Kortom: als alle 8 miljard mensen zouden leven zoals ik dat doe hebben we nog vier extra aardbollen nodig, en dus ben ik me ervan bewust dat mijn gedragsverandering een compleet hopeloze onderneming zijn.
Maar ja, dit is natuurlijk wel een problematisch fenomeen. Als zelfs ik, befaamde en zelfbenoemde (suf) Queen of sustainability met hart voor de zaak, zelfs moeite heeft met een duurzaam leven leiden, dan vraag ik me toch wel heel erg af hoe we deze duurzame verandering op grotere schaal willen gaan bewerkstelligen met mensen die er eigenlijk niks om geven. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn hoop nihil is, en zo nu en dan neemt mijn existentialisme de overhand. Dan kan ik wel eens denken over wat er precies zou gebeuren als de aarde nog koortsiger wordt: om weer gezond te worden zal het immuunsysteem van de aarde net zo hard blijven werken totdat alles wat zorgt voor infectie is bestreden, en al mochten we het hopen, zal de aarde geen genade kennen in dat proces, zelfs niet voor de mensheid. Onze toekomst ziet er dus niet echt rooskleurig uit…
Gelukkig is mijn levenslust groter dan mijn existentialistische denkpatroon en dus ga ik vrolijk door met het bevragen van de systemen die ervoor hebben gezorgd dat we in deze ongelukkige situatie terecht zijn gekomen. Als collectieve gedragsverandering het niet gaat doen, wat gaat het dan wel doen? Ik moet denken aan Tony Robins, een van ‘s werelds bekendste lifestyle en business coaches, die met zijn no-nonsense methodes het voor elkaar heeft weten te krijgen om de levens van tienduizenden mensen te transformeren. Zijn motto is dat “no long-term behaviour changes without a change in beliefs”. Wil je dat er écht iets verandert in je leven, dan moet je allereerst je overtuigingen aanpakken. Pas als je deze hebt veranderd kun je gaan nadenken over een beter verhaal, en pas als je dat betere verhaal hebt kun je gaan nadenken over hoe je precies je verandering gaat verwezenlijken. Wellicht een herkenbaar voorbeeld is dat als je van de een op de andere dag besluit dat je 5x per week wilt gaan sporten omdat je lekker fit wilt worden, terwijl je nooit eerder hebt gesport, is de kans dat je dit volhoudt op de lange termijn vrij wanhopig.
Precies hetzelfde geldt voor het duurzaamheidprobleem, en als we dit benaderen vanuit Tony’s filosofie vind ik het zo gek nog niet dat we voor elkaar hebben gekregen om ons, tot dusver, aan geen enkel klimaatakkoord te houden: we hebben namelijk simpelweg niet de overtuigingen geïnternaliseerd die nodig zijn om op lange-termijn een duurzame maatschappij te creëren, en is het “halsoverkop” van een fossiele economie naar een emissie-vrij economie bewegen hetzelfde als het gym-voorbeeld. In ons Nederlandse leven zijn we namelijk momenteel té comfortabel in de nog-fossiele economie om echt geprikkeld te worden om dringen drastisch anders te doen. Onze overtuigingen liggen niet in lijn met de doelen die we moeten behalen, en dus zullen we die 55% emissie-verlaging in 2030 in Nederland hoogstwaarschijnlijk ook niet halen.
Maar als onze overtuigingen dan dermate verkeerd zijn, wat moeten we dan wél geloven om te zorgen dat we nu dan écht serieuze slagen kunnen maken naar het verduurzamen van onze samenleving? Nou, dat begint simpelweg met onderkennen van het feit dat wij als mens net zo goed onderdeel uitmaken van de natuur als elk ander levend en non-levend object op aarde. Momenteel doen we namelijk het tegenovergestelde en zien we onszelf niet meer als product van de natuur, maar eerder als iets verhevenst, aangedreven door onze unieke, heilige en gezegende eigenschap: ons bewustzijn. Dit krachtige menselijke kenmerk heeft voor de weerzinwekkende voorstuwing van ons soort gezorgd, maar het heeft er ook voor gezorgd dat we vandaag de dag compleet zijn weg gegroeid van hetgeen waar we ons leven in de eerste instantie aan te danken hebben: de natuur.
Om dus echt te kunnen veranderen moeten we radicaal onze overtuigingen veranderen en weer dichterbij Moeder Natuur zien komen te staan. Hoe we dat kunnen doen? Op grote schaal is daar natuurlijk heel veel samenwerking en eigenlijk zelfs een paradigma shift voor nodig. Nieuwe manieren van denken, doen, en leren zullen moeten worden omarmd. En dat is best wel lastig, vooral gezien het feit dat een groot deel van ons leven in een betonnen blok (de stad) plaatsvindt waar de enige natuur stinkduiven, vervuild grachtenwater, en kamerplanten zijn. “Met de natuur leven” is in onze huidige Nederlandse volgebouwde maatschappij dus een complete illusie.
Ikzelf had er een jaar in een dorp in Zweden voor nodig, omgeven met Unesco beschermde natuurgebieden, om tot deze realisatie te komen. En ik snap dat niet iedereen diezelfde tijd, behoefte, of zin heeft. Dus wat kun jij dan vandaag nog doen om je eigen overtuigingen aan te pakken zonder naar een dorp in the middle of nowwhere te hoeven verhuizen? Ga eens bij jezelf na waar je rustig of zen van wordt. Misschien zwemmen in de zee, misschien is het zonsondergang kijken, liggen in een grasveld, wandelen over het strand of door het bos, misschien een Netflix serie kijken (maar word je daar écht écht écht rustig van?). In de natuur zijn heeft vaak al een helende werking op ons en wijst erop hoe we toch echt één zijn met de natuur. Mocht dit gedachte-experiment nou niet genoeg voor je zijn, en heb je zin in iets lekker geks: laat dan eens je telefoon thuis en betreed het bos, ga op een rots zitten voor een half uur, en laat het de natuur tot je spreken. Bless je leven, bless hét leven, en ben eens lekker wholesome. Binnen de kortste keren zijn we zo allemaal sustainability queens en kunnen we samen ons lieve moedertje natuur hopelijk zo snel mogelijk verlossen van haar griep!
P.s. mocht je écht op zo’n wandeling willen gaan – dan hieronder zijn de “guidelines” (bron: U-Lab: Leading from the emerging future*). Kan samen met iemand, alleen, of met je dagboekje:
Intentioneel begin: ga niet gewoon ‘zomaar’ op je wandeling, kies een park/bos/weiland buiten je “bubbel”, besluit ‘actief’ voor jezelf wanneer je wandeling begint, en besluit wat je intentie is – misschien is dat dat je dichterbij jezelf beter wilt begrijpen, dichter bij de natuur wilt staan, of misschien moet je een belangrijk besluit nemen en wil je daar graag antwoord op.
Laat je telefoon thuis of schakel ‘m uit. Je wilt namelijk op je intuïtie i.p.v Google Maps lopen en geen afleiding hebben.
Loop rond totdat je een plek vindt waarvan je denkt: “dit is mijn plek” en blijf hier een tijdje zitten
Niet eten, niet communiceren, niet op je telefoon in dit half uur/uur. Zo minimaliseer je dat je energie naar iets anders toegaat en kan je ‘dieper’ gaan in je intentie.
Durf present te zijn, geef je over aan de ervaring, en ben aanwezig bij wat er uit de ervaring naar voren komt (anders werkt het niet en zit je maar gewoon wat te zitten op een rots. Stel je voor wat een afgang #akward)
Als je terugkomt reflecteer op je ervaring d.m.v. er over te schrijven of erover te kletsen met iemand.
*U-Lab:Leading from the emerging future is een gratis online course van Massachusetts Institute of Technology (MIT), een van de meest prestigieuze technische universiteiten ter wereld, en gaat over het leiden van sociale, ecologische en persoonlijke transformaties. Meer info kan je vinden op: https://mitxonline.mit.edu/courses/course-v1:MITxT+15.671.1x/
“I went to the woods because I wished to live deliberately ” – Henry David Thoreau
19.05.2024
Over: “Over Joost Klein, Gaza en verdrietig zijn.”
Aan de lieve lezers van mijn blog die zich afvroegen waar mijn post heen was gegaan: voor korte duur in de prullenbak. Ik heb dit gedaan door een aantal redenen, waaronder eentje ervan is dat het artikel namelijk fake news bevat: behoorlijke no go dus. Joost Klein is namelijk helemaal niet gediskwalificeerd om de reden zoals ik omschrijf, maar omdat hij schijnbaar een cameravrouw bedroog. Daarnaast maakte het posten van dit artikel een heel intern conflict in mij los, waarvan ik nog steeds niet onder woorden kan wat daar precies gebeurde. Ik denk dat het voornamelijk te maken heeft met dat dit soort zwaarbeladen onderwerpen altijd erg fragiel, lastig om aan te snijden, en moeilijk onder woorden te brengen zijn. Ik vind het zwaar om te zien wat er gebeurt in de wereld, denk erover na, en probeer mijn steentje bij te dragen aan het mooier maken van deze planeet, en voel alsof ik me hoor uit te spreken over bepaalde conflicten en tegelijkertijd voel ik alsof ik er eigenlijk niet genoeg over weet.
Ik vond dus dat ik de plank een beetje had misgeslagen met het schrijven van dit artikel, en daarom heb ik het maar weer snel verwijderd. Desalniettemin, is het niet alsof ik mijn woorden terugneem: ik vond en vind alles wat ik heb geschreven namelijk echt zo en heb een duidelijk standpunt (behalve Joost Klein onzin dan). Daarnaast vind ik ook dat als iedereen zich wel zou willen uitspreken met de beste intenties voor een doel waarin zij geloven, maar dat niet durven omdat ze zich geopinieerd en kwetsbaar voelen, en denken dat alles perfect moet zijn: dan komen we ook nergens.
En dus onder het mom van “practice what you preach” - wat is dat ik graag open en eerlijk naar mezelf en de wereld toe ben, en dat fouten maken er toch echt bij hoort -is het verwijderen van een artikel wel een beetje flauw. En dus bij deze is ie terug. Inclusief fouten. Groetjes!
12.05.2024
Maar ook weer verwijderd op 12 mei. Reposted op 19.05.2024.
Over Joost Klein, Gaza en verdrietig zijn.
Vandaag ben ik verdrietig, boos, en teleurgesteld. In een van mijn groepchats werd gestuurd dat Joost Klein gediskwalificeerd is voor het Eurovisie Songfestival vanwege aantijgingen tegen hem voor zijn zogenaamde overschrijdende gedrag. Deze aantijgingen betreffen zijn opmerking “waarom hoeft ze niet te antwoorden?” toen de Israëlische zangeres een vraag kreeg over veiligheid. Althans, zo wordt gespeculeerd. Om de Eurovisie boel nog wat bonter te maken zag ik dat het Nederlandse publiek Israël gisteravond 12 punten had gegeven: wat een integere protestactie Nederland! Niet alleen vind ik Joost Klein gewoon leuk en had ik graag gewild dat hij het Eurovisie Songfestival zou winnen, maar ook word ik wakker geschud door het keiharde, wrede politieke spel dat er momenteel gaande is in de wereld.
Voorheen heb ik mezelf vrij afzijdig gehouden van de oorlog die gaande is in Gaza. Allereerst vind ik dat ik er namelijk niet genoeg over weet om er uitspraken over te doen. En dus doe ik dat liever ook niet. Ten tweede voel ik ook dat het niet mijn gevecht is. Ik maak me al zoveel zorgen over héél veel dingen die zich afspelen niet alleen maar binnen de Nederlandse landsgrenzen, maar gaan over het algehele lot van de mensheid. Daarmee ben ik bang dat als ik me actief ga bekommeren over het leed dat in Gaza plaatsvindt, ik binnen de kortste keren niet meer uit mijn bed kan komen en me schuldig voel over het feit dat ik überhaupt nog geniet van mijn leven. Hoezo zou ik daar namelijk recht op hebben als andere mensen leven in een totale hel? Een hel die nota bene in stand wordt gehouden door de Westerse vriendjespolitiekcultuur, waar ik dagelijks de vruchten van pluk. Daarnaast, vind ik de rol van activist niet fantastisch, omdat activisme vaak emoties aanwakkert van angst en schaamte. Dat werkt, denk ik, vaak contraproductief, verlammend en polariserend. Alles wat ik dus zeg maar niet wil. Als laatste, voel ik ook dat het Gaza-Israël conflict er eentje is die erg veel aandacht krijgt in de media en ik ben me ervan bewust dat de media een actieve rol speelt in het bepalen van wat er hoog op onze politieke radar staat. Desondanks dat lijden dat de Paleistenen ondergaan verschrikkelijk is, is het alleen niet de enige bevolkingsgroep die momenteel lijdt. En dus vraag ik mezelf af: ben ik niet gewoon aan het meeliften op “trending nieuws” van dit moment als ik me uitspreek over dit conflict?
Daarom was het pas na de opstapeling van een aantal belachelijke gebeurtenissen deze week, dat ik mij geroepen voelde om mijn persoonlijke harde noot te kraken over het Israël-Palestina conflict. Met deze gebeurtenissen refereer ik in het specifiek naar Joost Kleins’ diskwalificatie, pro-Palestina studentenprotesten aan de UvA waar studenten onder bulldozers gereden werden, waarna dit werd goedgepraat doormiddel van Mark Ruttes geweldige (lees: kut) argument dat “antisemitisme” niet geaccepteerd wordt, en een onschuldige doch politiek omstreden Brits-Palestijnse dokter en rector aan Universiteit van Glasgow die toegang tot Nederland is geweigerd. Al dit deed me realiseren dat dit conflict kennelijk zo grimmig is geworden dat zelfs onze Nederlandse en Europese instituties, die trots pronken met hun kernwaarden van vrijheid en rechtvaardigheid, het kennelijk belangrijker lijken te vinden om zich aan de zijde van Israël te scharen en onrechtvaardige landsinname te ondersteunen, dan te handelen in lijn met deze kernwaarden.
Al boos en teleurgesteld door het gebrek aan menselijkheid en dapperheid van onze bestuurlijke elite om zich uit te spreken over Israëls wangedrag, besloot ik het leed onder ogen te zien en me meer in te lezen in wat er gaande is in Palestina. De feiten zijn hard, pijnlijk, en verdrietig: begin deze week heeft Israël controle genomen over Gaza’s laatste grenspost, Rafah. De Palestijnen die voorheen enigszins veilig waren in Rafah, zijn daarentegen nu overgeleverd aan het lot. Mocht het Israëlische geweld namelijk nog niet genoeg zijn, is als gevolg van de Israëlische overname van Palestina ’s laatste grenspost, al vijf dagen niks meer Gaza binnengekomen. Daarnaast was Rafah niet alleen de enige veilige plek voor 1,4 miljoen Palestijnen, waarvan 600.000 kind zijn, maar ook is het de plek waarvan Mark Rutte en Joe Biden zeiden dat als Israël deze zou binnentreden, ze een letterlijke en figuurlijke grens zouden overschrijden. Nu dit daarentegen is gebeurd, bleek deze grens slechts figuurlijk te zijn, want de (politieke) wereld kijkt nietszeggend toe terwijl Israël de ontheemde Palestijnen verzoekt tot evacuatie uit Rafah, en daarmee dus uit hun eigen land: een generatie hoog-getraumatiseerde vluchteling wordt zonder pardon de wereld in geslingerd.
Dit mysterieuze politieke klimaat dat er lijkt te hangen om het beschermen van Israël laat me duizelingwekkend achter en bevalt me maar helemaal niks. Ik vraag me af: hoe moeilijk kan het zijn om Israël te temmen? Antwoord op mijn vraag zal ik niet snel krijgen, want dit soort ver-van-mijn-bed conflicten roepen vaak een gevoel van machteloosheid op. Niet alleen zijn ze ver weg; ik wil er eerlijk gezegd ook graag ver weg van zitten. Plus hoe kan ik in godsnaam de ijzersterke globale politiek, die tevens compleet verwikkeld lijkt te zijn in zijn eigen agenda, beïnvloeden? Heel veel kan het niet zijn, en dus gebruik ik wederom maar het enige invloedrijke middel dat ik momenteel lijk te hebben: mijn stem.
Gezien ik in Karlskrona zit wordt een Nederlands pro-Palestina protest bijwonen daarentegen vrij lastig voor mij, maar wel kan ik mijn Nederlandse en Amsterdamse lezertjes op te roepen om wél zo’n protest bij te wonen. Het is aan jou om te beslissen of dit jouw battle to fight is, want het is namelijk een heftig en verdrietig gevecht. Maar collectief wegkijken voor het onrecht dat momenteel op het internationale politieke toneel wordt blootgelegd is evenmin heftig en verdrietig. Het feit dat we namelijk het voorrecht hebben om weg te kijken, betekent niet dat we dat voorrecht moeten gebruiken. En mocht je nou denken “maar me uitspreken/demonstreren past niet bij mij”, dan refereer ik je graag naar mijn artikel van vorige week. Daarin kun je lezen waarom het wellicht beter is om die gedachten los te laten en je te richten op het bevorderen van positieve verandering, niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. En mocht je écht niet willen demonstreren, maar wel graag wat wilt doen: ga dan naar de stembus 6-9 juni om je stem uit te brengen voor een eerlijker politiek klimaat op zowel Europees als internationaal level.
Oh ja, en laten we vooral niet vergeten om nog even een big shout-out naar Joost Klein te doen. Misschien mocht ie dan niet voorbestemd zijn om het Eurovisie te winnen (al hadden we dat allemaal stiekem toch gehoopt) maar was er wél iets groters op zijn lijf geschreven: namelijk een politieke beweging van jongeren op gang krijgen. Legend after all.
02.05.2024
Kan ik Dua Lipa én Mark Rutte tegelijkertijd zijn?
Ik heb één groot idool: Beyoncé. Niet alleen is ze dé ongeëvenaarde superster van deze tijd, maar ook is ze een doorgewinterde zakenvrouw die zichzelf naar de top heeft gewerkt door middel van discipline, exceptionaliteit, en een gouden strot. Al drie van Beyoncé’s concerten heb ik bijgewoond en altijd als ik terugkeer van deze giga optredens in de Amsterdam Arena waar Beyoncé de show steelt en in vijftien extravagante pakjes over het podium huppelt weet ik het weer: ik heb mijn roeping gemist. “Kan nog steeds”, zegt iedereen dan. Ik ga bij mezelf na dat ik zo slecht nog niet kan zingen, ik de danspasjes vast met héél veel training wel aangeleerd kan krijgen, en dat de sky de limit is. Maar toch, het idee schuurt… Als ik zo graag op een podium wil staan, waarom moet dat dan zo nodig als superster die voornamelijk alleen dansjes doet en liedjes zingt?
Volgens mij klopt er geen snars van mijn eigen definitie van succes. Ik betrap mezelf er namelijk op dat ik eigenlijk niet helemaal kan goedpraten waarom ik dan precies Beyoncé wil worden, zonder dat mijn ziel en zaligheid compleet worden overschreeuwd door mijn ego. Het lijkt me stiekem gewoon zo heerlijk om net als m’n Queen knap en stijlvol te zijn en dat terwijl je geadoreerd wordt door miljoenen mensen. Dan mag het misschien zo zijn dat je niet meer normaal over straat kan, maar tegelijkertijd ben jij dé definitie van succesvol, toch? Maar naast de drie gelukkige minuten in mijn dag waarop ik compleet uit m’n dak ga op “Alien Superstar”, leidt Beyoncé ons, net als de talloze andere sterren, voornamelijk af van de dingen waar we ons op zouden moeten focussen. Sterren worden geadoreerd terwijl mensen die hun kop uitsteken met de beste intenties om de maatschappij ten goede te doen worden gemolesteerd. En dus is mijn redenatie cirkel rond: ik begrijp wel dat ik liever Beyoncé wil zijn dan, bijvoorbeeld, Sigrid Kaag. Zo lang ik mijn mening niet te veel verkondig en vooral knap en leuk blijf, dan loop ik ook letterlijk en figuurlijk minder gevaar. Ik hoor er gewoon lekker bij, of beter nog: iedereen wilt mij zijn.
Maar ja, de ambitie dat “iedereen mij wilt zijn” vind ik nogal een heftige en dus probeer ik mijn ego wat te temmen. Wat willen mijn ziel en zaligheid dan wel, naast beroemd, knap en succesvol worden? Als snel kom ik erop uit dat ik naast op podia gillen ook hou van mensen en van boeken lezen over dingen als kapitalisme en spirituele zaken. Ik heb hart voor de grotere systemen waarin wij leven en vind het belangrijk dat die goed functioneren zodat we met z’n allen kunnen leven in een maatschappij zonder angst voor enge overheden, rampen en/of oorlogen, en daarmee dus kunnen focussen op de dingen die ertoe doen in het leven. Tegelijkertijd realiseer ik me dat Beyoncé waarschijnlijk zo geadoreerd wordt omdat ze vooral lekker weinig zegt over alle dingen die er niet kloppen in de wereld: dat zou namelijk half zou prettig zijn om te horen als “All the Single Ladies”.
In het boek All About Love, waarin de rol van liefde in onze maatschappij wordt onderzocht, slaat auteur Bell Hooks de spijker op z’n kop in een van haar hoofdstukken over hoe onze definitie van succes op zijn kop staat. Hier omschrijft Hooks hoe we sinds de jaren 70 steeds meer zijn toegegroeid naar een materialistische maatschappij en daarmee zijn weggegroeid van een mens-georiënteerde maatschappij. Waar eerst gemeenschap, connectie en het creëren van positieve publieke verandering centraal stonden in de zoektocht naar the good life, veranderde dit na een aantal teleurstelling in een wereld die makkelijker te controleren viel, namelijk de materialistische wereld. Met deze waardeverandering van mens-georiënteerde tot spullen-georiënteerde samenleving waren het de rich & famous die overbleven als de enige relevante culture iconen. Minder interessant werden dus de visionaire politieke leiders, activisten en andere belangrijke actoren.
En dit problematische fenomeen waarin rijk en beroemd zijn gewaardeerd wordt over intellect, is er eentje die uniek is voor onze 21st century maatschappij. Loop namelijk maar een rondje door menig museum en je zult zien dat zij die worden geportretteerd in schilderijen en beelden voornamelijk gevestigde mensen waren die destijds een aanzienlijke bijdrage aan hun maatschappij hadden geleverd door middel van hun werk. Denk hierbij aan filosofen, dichters, en politici. Loop daarentegen eens een rondje over straat (of open je Instagram/TikTok/Youtube) en de enige succesbeelden die je worden voorgehouden zijn voornamelijk die van billboards met Hollywood sterren.
Door dit soort constante confrontaties met roem-gefocust succes voel ik me daardoor soms verlamd: ook ik wil voldoen aan de definitie van succes in onze maatschappij, al ben ik het er niet helemaal mee eens. Ik kan je namelijk vertellen dat het niet echt een lekker gevoel is om mezelf een loser te voelen over het feit dat ik me bekommer over mens en milieu, en dat ik vaak voel alsof zelfs ik mezelf moet verantwoorden voor het feit dat ik de wereld een fijnere plek wil maken. En dus doe ik dan liever maar niks met dit streven. Maar au, wat een misvattingen… Als het nog even zo doorgaat en eenieders morele ambitie wordt verpletterd door een systeem dat overtuigd is dat succes correspondeert met roem, faam en geld, wie gaat zich dan nog bekommeren over het optimaliseren van onze maatschappij? Ik bedoel maar zo, Rome werd immers niet gebouwd op liedjes van Dua Lipa, en dus zullen wij de klimaatcrisis, én de migratiecrisis, én polarisatie, én seksime, én een vervallende welvaartstaat dus ook – I hate to bring it to you – hoogstwaarschijnlijk niet oplossen met nóg meer gezellige popliedjes.
Maar ja, mijn behoefte om Beyoncé te worden is desondanks mijn eigen betoog nog steeds niet minder geworden en dus heb ik een nieuw doel. Toen ik namelijk een aantal biertjes achter de kiezen had tijdens Koningsdag en iemand mij vroeg wat ik later wilde worden en ik antwoordde: “ik word dus zeg maar de kruising tussen Dua Lipa en Mark Rutte”, beviel me dat eigenlijk nog helemaal niet zo slecht. En mocht je nou denken, “onmogelijk”, dan herhaal ik nog maar eens een keertje de woorden: the sky is the limit. Vanaf nu ga ik in ieder geval onder de naam Queen E!
Afbeelding: Queen E anno 2017 in de sterren geschreven
14.04.2024
The End of 21Century Concerned Girl
Het is zondagavond en ik heb één week geleden mijn eerste blogpost gedaan. Leuke reacties etcetera gekregen. Semi-high on life en trots op mezelf, want ik heb gedaan wat dichtbij mezelf ligt en authenticiteit enzo, je weet wel wat ze zeggen. Ondertussen gaat de week verder…
Ik neem mezelf voor om wekelijks een verhaaltje, groot of klein, te posten op dit blog – al is het maar om mezelf de discipline aan te leren een project eens een keertje door te zetten. Ik heb wilde ideeën voor vijftien andere onderwerpen waar ik over wil schrijven en tien liedjes gehoord die ik onder toekomstige Instagram posts kan zetten waarin ik mijn 21st Century Girl blog promoot.
Ondertussen heeft mijn vader me al bekroond tot zakenvrouw van het jaar en wil hij ook mijn advertentiecampagne wel financieren, en m’n moeder stuurt me leuke liedjes toe van Wende en adviseert me deze te gebruiken als boegbeeldnummers van mijn “beweging”. Vriendin appt me: waarom begin ik niet een podcast? “We zijn namelijk best wel klaar met die influencers die eigenlijk nergens over praten”. “Mee eens”, reageer ik.
Het is donderdag. Ik zit in de klas en mijn hoofd slaat op hol als we het hebben over low-tech versus high-tech en ik tijdens het masseren van mijn klasgenoot (onder het mom van low technology), me realiseer dat veel technologische innovaties ons verder afdrijven van hetgeen dat het belangrijkste is voor ons soort, namelijk: menselijk contact. Hoppa, nog een leuk artikel in de pocket!
Dan de vraag: hoe moet ik mezelf marketen? Moet ik een extra Instagram pagina beginnen? Het universum haar magische werk laten doen en mezelf overgeven aan het lot? Of moet ik eerst maar gewoon mijn zelflof aan de kant zetten en beginnen met eens wat dingen uitproberen? Ik mag dan al wel 30 (!!!) maillijst abonnees hebben, maar massa=kassa en we willen toch de wereld veranderen?!
En dus maak ik me maar klaar voor samenwerkingen met mensen als Rutger Bregman, Doortje Smithuijzen en misschien zelfs Emma Chamberlain, omdat ik op mijn favoriete podcast Call her Daddy hoorde dat ze een nieuw en betekenisvoller carrier pad zocht, en waarom dus niet samenwerken met 21st Century Girl, aka me? #yolo is m’n levensfilosofie, toch.
Ondertussen heeft de Instagram app, na meermaals verwijderen in de poging af te kicken van mijn dopamine verslaving, voor de vierde keer dit jaar haar herintrede gemaakt op mijn dashboard omdat ik immers door middel van een post men moest laten weten over het releasen van dit blog. En dus krijg ik nu dagelijks de melding dat ik “mijn tijdslimiet voor deze app” heb bereikt. Hersenloos druk ik maar weer op “negeer limiet voor vandaag”. Voordat ik het weet heb ik in de tijd waarin ik twee inspirerende blogpost had kunnen schrijven gekeken naar reels over dansende “cool moms” en “how to recognize a narcissist”. Fascinerend.
Het is zaterdag en ik heb na een drukke week van aan mijn scriptie werken en dinertjes met klasgenoten een dag voor mezelf uitgetrokken: vandaag ga ik dan écht mijn veelbelovende blogposts schrijven. Eentje over hoe ik met de bus naar Nederland ga reizen, en eentje over mijn Duitse huisgenoot. Bij elke zin die ik op papier zet voel ik echter de opinies van maar liefst 30 mensen boven mijn hoofd hangen. Er wordt wat geproduceerd, maar het voelt alsof ik mijn authenticiteit mis. Of misschien voel ik me gewoon naakt. Omdat dat wat ik hier op het digitale papier zet dicht bij mijn hart en mijn diepste gedachten ligt, en als mensen daar dus wat negatiefs van vinden, dan doet dat pijn. Plus, wie interesseert het nou écht wat ik schrijf? En ben ik niet té belerend? Misschien kan ik gewoon maar beter weer terug naar het posten van foto’s over hoe ik mijn haar rood heb geverfd.
Nu is het dus zondagavond en ik realiseer me dat het leven van een blogger niet over rozen gaat. Morgen wil ik een post doen, maar in plaats van schrijven wil ik eigenlijk niks liever doen dan een aflevering van Sex and the City kijken. Het maken van mijn website was leuk, gezellig en expressief, maar de echte expressie gaat nu pas beginnen en ideeën in mijn hoofd vormen tot verhalen op papier is lastiger dan gedacht. Ik herinner mezelf er nogmaals aan dat de sleutel tot succes discipline is en open mijn laptop voor het afschrijven van wat posts… Sex and the City zal vast niet weg lopen, momentum daarentegen wel. Dus allen, wees maar gerust. "The End of 21 Century Concerned Girl” was slechts een grapje en een sluike marketing strategie. More stories to come soon. Ik beloof het! Oh, en vergeet je ondertussen ook niet in te schrijven voor mijn nieuwsbrief.
08.04.2024
Afbeelding: Mijn favoriete zonsondergang spot in Karlskrona - aka het einde van de wereld
Intro: Story of a 21st Century Concerned Girl (21CCG)
Dit jaar ben ik gaan studeren in een klein stadje in (ongeveer) het meest zuidelijke tipje van Zweden. Strategic Leadership towards Sustainability is de desbetreffende opleiding die mij naar deze plek heeft getrokken, in de hoop antwoorden te vinden op mijn brandende vragen over hoe ik mijn steentje kan bijdragen aan het verbeteren van onze maatschappij. Desondanks het feit dat mijn verhuizing naar Zweden dus op geheel vrijwillige basis was, heb ik mijzelf dit jaar meermaals afgevraagd waarom ik er in godsnaam voor gekozen had mijn master in de middle of nowhere te gaan doen. In Karlskrona ging namelijk de deur van een sociale buitenwereld voor mij dicht, en daarmee ging de deur naar mijn binnenwereld wagenwijd open. Sterker dan ooit voelde ik dat ik mij bevond in twee extreme realiteiten. Als gevolg hiervan heb ik veel ideeën en inzichten opgedaan, waarvan ik het zowel zonde als onnodig vind om die alleen te moeten dragen. Dus bij deze, een kleine kijk in mijn 21CCG life.
De mensen die mij goed kennen weten dat ik nogal een uitgesproken persoon ben. Ik hou van extravagantie, ik hou van prikkels, en ik hou van 24/7 met vriendinnen zijn, samenwonen, en feesten. Gezien dit alles ontbrak in Karlskrona en dus mijn eigen gedachten mijn voornaamste afleiding waren, volgde er al gauw een serie aan identiteitscrisissen: “Ben ik nog wel cool en relevant als ik in een klein dorpje heb gestudeerd en niet in een grote stad?”; “Kan ik nog wel jong zijn en dom doen en partyen, terwijl ik weet dat de toekomst er niet totaal rooskleurig uitziet?”; “Waar is mijn plek in wereld? Ik wil best m’n eigen politieke partij oprichten, maar ik vind de politiek heel ongezellig en eigenlijk wil ik ook gewoon werken of een surfkamp in Costa Rica”. Deze gedachten lijken misschien ironisch en suf, maar zijn daardoor niet minder waar, en zijn ook slechts voorbeelden van veel soortgelijke gedachten die volgden. Het was er af en toe niet echt een feestje, en het gebrek aan dingen om mezelf mee af te leiden resulteerde erin dat ik op geen enkele manier kon ontsnappen aan alles wat er in mijn hoofd en lichaam omging. Luid en duidelijk sprak mijn “21st century concern” stem, die zich diepe zorgen maakt over de toekomst. Maar tegelijkertijd sprak ook mijn “21st century girl” stem luider én duidelijker dan ooit: “Waarom ben ik niet gewoon daar waar mijn vriendinnen zijn en waarom heb ik ook alweer het idee dat ik de wereld moet redden?”
In Karlskrona ondervond ik op intensere wijze dat wat ik altijd al ervoer: dat ik me als 21st Century Concerned Girl (21CCG) bevind in een constante tweestrijd, waarin ik enerzijds wil conformeren aan hetgeen mijn leeftijdsgenoten massaal lijken te doen: wijn drinken en flaneren, uit eten gaan in cute gentrified zaakjes in Amsterdam (of elk andere hippe Europese hoofdstad), rammen op een festival tot in de late uurtjes, overwinteren in Kaapstad, en elke week een nieuw paar schoenen kopen omdat mijn Instagram reels pagina mij verteld heeft dat ik deze zomer ballerina’s, sandaaltjes, biker boots, Adidas Samba’s, en punthakken moet hebben om ‘It Girl’ te blijven.
Anderzijds, voel ik een constante sluimerende pijn diep in mijn lichaam: de pijn van een wereld die het zwaar te verduren heeft als gevolg van mijn snak naar kortstondige ervaringen en producten. Ik voel de pijn van een maatschappij die geen slechte intenties heeft, maar zich wel manifesteert in ongeëvenaarde consequenties voor zowel mens als milieu. Een maatschappij waarin niks écht goed genoeg lijkt te zijn, omdat er een constante competitie lijkt te zijn naar meer, nieuwer, hipper, knapper, rijker, beter, sneller. Een maatschappij die, als gevolg van een mix van idealen als eindeloze groei, individualisme, vrije markt en sociale media, geobssedeerd is met overconsumptie. Door deze obsessie lijkt het zo te zijn dat sociale status niet meer per se afhangt van indrukwekkend intellect of veelbetekenende bijdragen aan het verbeteren van mensenlevens en het voorstuwen van de maatschappij – maar eerder van het bezitten statusmiddelen als volgers, geld, auto’s, vakantiehuizen en reizen naar verre orden.
Zoals ik eerder al benoemde, val ik zelf ook ten prooi aan dit systeem en ben ik schuldig aan alle bovengenoemde dingen. Yuval Noah Harari schreef namelijk niet voor niks dat je er in de 21ste eeuw er niet aan ontkomt zowel de slechterik als het slachtoffer te zijn. Als gevolg hiervan voel ik daarom soms dat ik geen recht van spreken heb over enige van deze onderwerpen: ik ben immers de slechterik zelf. Maar omdat ik mijzelf liever wil schalen onder de groep mensen die de maatschappij voortdrijft met de intenties deze gunstiger te maken voor het grotere geheel, acht ik het uitspreken van mijzelf in een blog als deze over mijn #21stcenturylife en #21stcenturyconcerns toch als een stap in de juiste richting. Daarnaast hoop ik het internet te kunnen gebruiken waarvoor het in de eerste instantie was bedoelde: namelijk als een universeel platform dat ruimte bied voor de democratisering van ideeën, en dus iets diepzinniger dan slechts plaatjes over alle festivals, mooie plekken en terrassen die ik bezoek. Dat is namelijk óók wie ik ben, maar het is een eenzijdig perspectief en laat weinig ruimte voor écht vrije expressie van mijn overtuigingen.
Al in al, hoop ik als gevolg van mijn schrijven een dialoog voort te brengen dat gekarakteriseerd is door nuance, begrip, gevoel, en ratio. Een gesprek over onderwerpen waar ik toch van hoop dat ik niet de enige ben die zich er druk om maakt. Het zal een betoog zijn zowel vóór als tegen onze maatschappij. Namelijk over hoe we ons kunnen navigeren door de dualiteit van de ‘21st century concerns’ enerzijds en de ‘21st century girl lifestyle’ anderzijds. Een ontdekkingstocht naar hoe we de fijne dingen van onze 21ste-eeuwige leven niet verliezen, maar waarin we óók niet haar vernielen die ons dit leven in de eerste instantie heeft gegeven – Moeder Natuur. Lieve lezer, als we namelijk haar vernielen, vernielen we immers onszelf.